woensdag 29 mei 2013

DE ZESDE MEI - Tomas Ross

De zesde mei
Tomas Ross

Het boek gaat over de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 waarbij feit en fictie gemengd voor tot een spannend verhaal. Pim Fortuyn had een zeer kritische kijk op de islam en de de Grondwet artikel over discriminatie en ook was hij openlijk homo. Hij zat eerst in de partij Leefbaar Nederland maar na de breuk met die partij richte hij zijn eigen op, Lijst Pim Fortuyn (LPF), waarvan voorspeld werd dat hij een grote zege zou maken in de verkiezingen.


Wie is de auteur van je boek? 
Wat waren je verwachtingen van deze auteur? 
Zijn ze uitgekomen?

Tomas Ross is een pseudoniem van Willem Hogendoorn en is in 1944 op 16 september geboren. Toen het boek “De zesde mei” uitkwam waren al twee boeken van Tomas Ross bekroont met de Gouden Strop. (De Gouden Strop is een jaarlijkse prijs voor de beste Nederlandse Thriller. Zowel het boek “Bèta” en “Koerier voor Sarajevo“  werden bekroont met de Gouden Strop. Ook “De zesde mei” kreeg deze onderscheiding. Tomas Ross deed de vooropleiding geschiedenis aan het VU te Amsterdam. Daarna volgde hij de studie Journalistiek, ook heeft hij een doctoraat niet-westerse sociologie gehaald. (Hij heeft ook tv-productiebedrijf Topaz Pictures opgericht) 


Zijn boeken zijn vaak opgebouwd uit ‘faction’, fact & fiction, en de oplossing  van zijn boeken zijn vaak een samenzweringstheorie. Zijn boek De Zesde Mei had al die elementen: de moord van Pim Fortuyn en zijn moordenaar Volkert van der Graaf zijn de feiten in dit boek, de bestaan van de ex-VMO lid en infiltrant Anke Luyten is niet bewezen en dus waarschijnlijk fictie. Qua verhaallijn is de moord op Pim Fortuyn gebaseerd op de moord op Pim Fortuyn op het Mediapark in Hilversum. Het verhaal rondom de samenzwering van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) die moord op Fortuyn liet gebeuren is door de schrijver verzonnen.  


De titel doet vermoeden dat het verhaal meer zou gaan over de moord op Pim Fortuyn zelf, mijn verwachtingen waren dan ook dat ik meer zou leren over de persoon Pim Fortuyn. Neemt niet weg dat hoewel het mij niet mogelijk lijkt dat de BVD betrokken zou zijn bij een samenzwering, dit zeer realisitisch is neer geschreven door de schrijven.


  
Tomas Ross  
Geef een biografie van de auteur. 
Vermeld daarbij niet alleen levensloop, maar ook ander geschreven werk.  
Je mag daar naar verwijzen met een link.

Tomas Ross is in 1944 geboren en zijn vader was een oud-verzetsman en een pionier van de BVD. Hij heeft na zijn gymnasium het propedeuse geschiedenis behaalt. Na zijn studie Geschiedenis volgde hij de studie journalistiek is deze ook afgerond. Tomas Ross heeft een korte periode gewerkt als journalist bij de krant ‘Het Vaderland’. In 1974 haalde hij zijn doctoraat niet-westerse sociologie en werkte hij van 1974 tot 1980 in beleidsmatige functies voor migrantenwelzijn. Daarna publiceerde hij zijn eerste boeken:
- 1979, Loch Ness – mythe of werkelijkheid
- 1980, De honden van verraad
Maar hij begon pas fulltime te schrijven nadat hij de televisieserie “Op Eigen Risico” schreef en voor VARA het televies productiebedrijf “Topaz Pictures” opzette.
In de jaren tachtig schreef hij:
-Englandspiel
-De Greet Hofmans-affaire
-De val van Srebrenica
-De dood van Mathilde Willink

En zijn boeken die beloond zijn met de Gouden Strop:
- 2003, De Zesde Mei
- 1994, De man van Sint Maarten (genomineerd)
- 2005, De Hand van God (genomineerd)

En uitgeverij Cargo publiceert sinds 2002 ook nog de boeken:
- 2002, Omwille van de Troon
- 2003, Mathilde
- 2003, De mannen van de maandagochtend
- 2003, Het verraad van ‘42
- 2004, Kidnap
- 2004, De dubbelganger
- 2004, Bloed aan de Paal
- 2005, De anjercode
- 2005, Plaats Delict
- 2006, King Kong
- 2008. De Tranen van Mata Hari
- 2008, De Marionet
- 2009, Beestachtig
- 2010, Het Meisje uit Buenos Aires
- 2010, De tweede verlosser
- 2011, Kort


En ik ben bang dat dit niet eens al zijn boeken zijn. Ross is ook getrouwd en heeft twee dochters en een zoon op 16 september 2013 is Tomas Ross 69 jaar geworden.


Nu je wat meer over de auteur weet:
  1. zie je een verband tussen de auteur en de thema’s waarover hij schrijft in jouw boek? Beschrijf dit verband.
  2. zie je een verband tussen de auteur en de hoofdpersoon in het boek dat je gelezen hebt? Beschrijf dit verband.
Tomas Ross zijn vader werkte voor de Binnelandse Veiligheidsdienst. Dit thema is dus in eerste instantie veel terug te vinden in de boeken van Tomas Ross.

Er zit geen verband tussen Ross en de hoofdpersoon.  Anke is ten eerste een vrouw en Ross duidelijk niet. Ten tweede zou de boek op feiten zijn gebaseerd en wordt vanwege dat een journalistieke- en misdaadroman genoemd.

Beschrijf de relatie van de thematiek in jouw boek met de realiteit. 
Komen er actuele onderwerpen aan bod? Morele dilemma’s? Politieke kwesties? Geef je mening over zo’n onderwerp in een kort betoog waarin je duidelijk stelling neemt.


Het thema is de moord op Pim Fortuyn, wat een politieke kwestie is. Maar vanwege het feit dat ik pas 6 jaar was toen het gebeurde en toen geen interesse had in de politiek heb ik er weinig van meegekregen. En hoewel ik al heb gelezen dat Fortuyn een man was die kritisch dacht over islamieten en hij zei wat hij ook dacht kan ik geen mening over hem vormen. De reden dat ik geen mening erover kan vormen is omdat ik niet wist hoe mensen toen dachten. In deze tijd denk ik niet dat iemand zoals Pim Fortuyn ver zou komen in de politiek omdat er veel islamieten in ons land leven en ik persoonlijk vindt dat de islamieten geen mindere van ons zijn. Als in die tijd Pim Fortuyn veel aanhangers had zou er toch dan anders over die kwestie gedacht zijn toen. Het enige wat ik vind van Pim Fortuyn is dat ik het oneens ben met zijn idee van de Grondwet tegen discriminatie afschaffen en islamieten ons land uit sturen.


In welke stijl is het verhaal geschreven? Beschrijf die zo gedetailleerd mogelijk. 
Wat vind je van deze stijl? Waarom?

Het verhaal is geschreven met een verwisseld perspectief. De ik-persoon veranderd naar verschillende personage in het boek. Het begin met Anke Luyten dat een laboratorium inbrak om apen die als proefdieren wordt gebruikt te redden maar wordt daarbij medeplichtige bij een moord, en op dat moment is de verteller van het verhaal Anke. Maar als de situaties verschillen veranderd de verteller ook. In het einde van het boek is de verteller een fotograaf Jim de Booy de verteller.

De stijl is een best handige en leuke, want je krijgt van veel meer personages een idee van hun gedachtes en wordt het al snel een boek met veel diepte en perfectief. En vanwege deze schrijfstijl is het ook duidelijker wat er gebeurt en hoe alles langzaam naar de moord van Pim Fortuyn leidt.


Geef twee suggesties ter verbetering. Wat had de auteur kunnen doen waardoor jij het boek hoger zou waarderen dan dat je nu doet?

Het  is een boek dat de Gouden Strop kreeg en ik moet tips voor verbetering geven? Ik heb maar 1 suggestie: 

Hoewel het bij de persoonlijke stijl van Ross hoort is het feit dat hij echte gebeurtenissen gebruikt voor zijn boeken heeft het ook wel een nadeel; Je kent het einde al. Al vanaf het begin van het boek weet je dat Fortuyn vermoord wordt door Volkert van der Graaf. Het zou misschien meer anticipatie opgewekt hebben als er misschien een onbekend verhaal rondom de moord van Fortuyn zou zijn verteld. Op die manier weet je niet hoe het eindigt maar je weet wel dat de moord van Fortuyn belangrijk is.
De Gouden Strop
Doe alsof jij de auteur bent en herschrijf het einde van het boek.  

‘Luister” zegt Jim de Booy “je weet wel wie Pim Fortyn is, hè? Die politicus die is neergeschoten. Niemand had verwacht dat hij het zou overleven. Ik was erbij toen die Volkert vijf kogels van dichtbij op hem afvuurde. Ik was er zo dichtbij, ik heb nog foto’s kunnen maken voordat ze me tegen hielden. Ze hebben mijn camera in beslag genomen, maar het staat in mijn geheugen gegrift.

Ik heb zelf gezien dat ze de jongen gewoon zijn gang hebben laten gaan. Het is godverdomme ongelooflijk, maar het is zo! “

Hij schudt zijn hoofd, net als een paar weken geleden, toen hij in het politiebusje moest blijven.

“Ik had Zapruder kunnen zijn. De man die het geluk had Kennedy te filmen toen hij werd doodgeschoten. Wat ook doorgestoken kaart was. Kennedy had minder geluk, die heeft het niet overleefd” Al pratend draait hij zijn sjekkie en steek hem aan. Hij inhaleert diep en blaast de rook uit zijn mond. “ Ik had rijk kunnen zijn, als die juten mijn camera niet in beslag hadden genomen. Dat was een rel geworden net als bij het Watergate. Met de foto’s die ik heb gemaakt, had ik kunnen bewijzen dat het allemaal een voor op gezet plan was geweest”

Hij gaat op het bankje in het park zitten en kijkt naar Faby.

“U praat er met niemand over,” heeft de man van de BVd gezegd “ en dat zult u niet doen, want wie zou u geloven, maar u weet wat de consquenties zijn.”

Natuurlijk weet hij dat, hij heeft zelf gezien wat de gevolgen zijn en hij zou dan niet zo gelukkig zijn om het te overleven.

“Weet je wat nu de grap is,” zegt Jim tegen Faby “als Volkert de flits van de camera niet had gezien en had opgekeken, was de laatste kogel waarschijnlijk dwars door het hoofd van Pim Fortuyn zijn gegaan. Ik weet zelf nog steeds niet waarom ik met flits foto’s heb genomen. Het was nog licht genoeg. Ik weet wel dat het waarschijnlijk zijn leven heeft gered.”

Jim pakt de krant van onder zijn arm en zwaait er mee voor het gezicht van Faby. “Je hebt het toch ook gelezen, Pim Fortuyn is met 81 zetels in de kamer gekomen. En nu heeft Nederland een kale homo als Minister President. Het lijkt me dat hun hele opzet is mislukt. Maar wie zou me geloven als ik zou vertellen dat Pim Fortuyn nooit de verkiezingen had mogen winnen. Laat staan dat hij Minister President zou worden.”

Jim en Faby staan op en lopen naar de uitgang van het park. “Waarom,” vraagt Jim “ waarom moest Pim Fortuyn dood. Als ze hem niet dood hadden willen hebben, had hij nooit die overwinning gekregen, die hij nu heeft gehad. Waarom?”



Bronvermelding;


De Zesde Mei – Tomas Ross (boek)
Google zoeken (plaatsjes)


zaterdag 23 maart 2013

Vogelvrije Vrienden

Vogelvrije Vrienden, een waargebeurd verhaal

Waarom dit boek?
Het boek komt uit een stapel jonge lijsters uit 1994 die ik via mijn oom heb gekregen. Ik vroeg me af of de manier van schrijven is veranderd sinds achttien jaar geleden. En ik heb Vogelvrije Vrienden uit de stapel gekozen omdat de titel ‘Vogelvrije Vrienden’ niet echt past bij de granaten en kogels op de voorkant van het boek.

Het is een waargebeurd verhaal wat gebaseerd is op een klooster in Guatemala dat is beschoten. In het begin van het boek staat dat het recent is gebeurd, en omdat de eerste uitgave in 1991 was zal het wel afspelen rond 1990.


Waarover?

Carlos is een dertien jarige, indiaanse jongen uit Zuid-Amerika dat na de moord op zijn ouders naar zijn tante is gebracht. Hij gaat terug naar zijn geboortedorp maar na een lange reis is zijn dorp een spookstad. Ook de klooster waar Tante Brenda hem naartoe heeft gestuurd gedragen de nonnen zich angstig; de indianen willen staken. En de politie houd de klooster in de gaten omdat ze ook indianen helpen.

Het thema gaat over verzet in een dictatuur en de geweld. Ook speelt racisme een grote rol in het boek wat blijkt uit dit stukje; “Het personeel woonde achter in de tuin. In een schuurtje met een betonnen vloer en slechts één raampje. Carlos dacht dat hier het tuingereedschap in werd opgeborgen. De familie moest om dit misverstand hartelijk lachen.” Dit is een fragment waarbij Carlos op bezoek gaat bij een rijke familie, het personeel daar waren Indianen en ze werden gebruikt als slaven.

Een ander voorbeeld is de ochtend nadat de klooster beschoten wordt. “Het schieten had lang geduurd. Urenlang voor zijn gevoel. En zo onverwacht als het was begonnen, zo plotseling was het opgehouden. Op dat moment hadden de priesters nog op de grond gelegen. Wat er daarna was gebeurd kon hij zich niet herinneren. Waarschijnlijk was hij in slaap gevallen.” Dit stukje illustreert hoe bang hij geweest had moeten zijn toen het leger de klooster bekogelde met granaten en kogels, zo erg dat hij buiten bewustzijn raakte.

Een bus zoals omschreven in het boek.

Kan jij je voorstellen dat zoiets jouw overkomt? Het was daar toen volkomen normaal dat je zonen plotseling verdwenen ontvoert door de leger. Carlos leeft in zo'n soort wereld.

Carlos ging bij zijn tante wonen in Hoofdstad nadat zijn oom heb daar heeft gebracht toen zijn ouders vermoord waren door het leger. Carlos is een jongetje dat snel leert en de lessen van zijn tante serieus toepast op zijn leven. Dat Carlos alle wijze lessen van zijn tante heeft onthouden laat zien hoe erg hij haar vertrouwd, ik persoonlijk luister ook naar wat mijn moeder zegt want; ze heeft meer ervaringen gehad en ze wilt dat ik een goeie volwassen wordt. Lezers zullen geheid denken dat hij een goeie jongen is dat naïef is. Wanneer hij een ouwe man ontmoet in de bus verteld de man dat die toerist bedrogen is, en Carlos gaat kijken hoe hij is bedrogen. Nieuwsgierig en onschuldig met een ruim beeld over de wereld. Ik begrijp hem en zijn acties volledig.

Schrijfstijl?
“’Heb je dat nog nooit eerder gezien?’ Fernando keek hem aan met een blik van Hou-Je-Me-Voor-De-Gek? Vol ongeloof keek hij nog eens naar buiten. ‘Ze gaat zomaar zitten en hups…?’ Carlos knikte.” Is een citaat uit het boek. De dialogen tussen kinderlijke figuren in het boek en de monologen van Carlos worden op een manier gescheven hoe bijna elke dertien jarige kind zal praten. Het is een chronologisch geschreven boek met soms flashbacks. De volwassen praten soms geheimzinniger en Carlos begrijpt ze vaak niet helemaal.


Vraag;
Nadat Carlos Frits (a.k.a Fernando) ontmoette op het perron was Fernando verbaast dat die vrouw toiletteerde naast het stationsgebouw (zie citaat 'schrijfstijl?'). De vrouw had geen toilet en mensen konden haar zien. Het is daar een natuurlijk iets waar niemand van opkijkt, maar zal jij hetzelfde doen? Of zal je het anders oplossen?




Een straat in Guatemala


Stemming;
Tijdens het lezen van het boek kreeg ik, omdat de verteller de hoofdpersoon is, een gevoel van medelijden voor de personen die Carlos tegenkwam. Zoals toen Carlos zag hoe een Amerikaanse toerist niet zijn paspoort uit zijn tas mocht halen tijdens de paspoort controle op de bus, de toerist moest mee met de politie maar werd uiteindelijk toch terug gebracht naar de bus. Maar toen hadden chauffeur en de agent toen zijn geld aftroggelt, het was bedrog. Het was duidelijk dat onder invloed van de rijke klasse de leger, politie en regering corrupt was.
Ook merkte ik grote contrast is het verschil van de stemming; op het ene moment is het een luide, drukke trein,bus of plein, en een ander moment ben je in een spookstad!

Moraal;
Ik wist niet dat Zuid-Amerika zo te lijden had onder de corruptie, en het zal zeker op meer plaatsen voordoen. Dan vraag ik me af hoe je zulke corruptie kan stoppen? Ja zeker, je kan alle rijke families uitmoorden, maar ben je dan niet net zo laag gezakt als hun? Zal geschiedenis het niet zien als een tragische gebeurtenis? In deze boek leer je veel over hoe de situatie toen was in Zuid-Amerika. Over hoe het in de leger eraan toe ging, hoe plunderen in het leger toegestaan was, en zelfs de politie door rood reed voor geen reden. Zoals Carlos al opmerkte in het boek; Alles is omgekeerd, onschuldigen worden bestraft en schuldige komen ermee weg.



vraag;
Aan het eind van het boek wordt er verteld dat niet alles waar is. En sommige dingen zijn geschreven zoals hoe de auteur Gijs Wanders dacht dat het vaker geldt. Wat denkt u wat niet waar is in het boek? 

Gijs Wanders, journalist, schrijver en tot 2005 presentator bij NOS




Vergelijking met 'de zelfmoordclub';
Dit boek komt dichterbij de waarheid van een normale jongen. In het andere boek las ik over mensen die zichzelf zielig vinden terwijl Carlos veel slechter af is en toch meer compassie heeft met anderen. In weinig tijd maakt hij veel dingen mee en hij is mentaal veel sterker dat de mensen in het boek 'de zelfmoordclub'. Ik vindt dit boek persoonlijk veel beter





zaterdag 22 december 2012

De Donkere Kamer van Damokles


Even kort;
Willem Frederik Hermans is geboren in 1921 en stierf in 1995 aan de Overtoom in Amsterdam, dat betekent dat hij de oorlog op 19-jarige leeftijd heeft meegemaakt. In zijn boek de donkere kamer van Damokles kan een nauwkeurige beschrijving zijn van de oorlog. Hij behoorde samen met Gerard Reve en Harry Mulisch tot De Grote Drie van de Nederlandse naoorlogse auteurs.


Zijn Leven;
Hermans groeide op in een onderwijzersgezin waar zijn vader zijn oudere zus Corry als een voorbeeld voor Hermans heeft gesteld. Omdat Hermans in zijn zus haar schaduw stond wou zijn vader dat Hermans meer op zijn zus leek.
Corry werd uiteindelijk maar 21 jaar omdat toen de Duitsers Nederland binnenvielen pleegde ze zelfmoord met haar geheime liefde en haar neef zelfmoord. Hermans was toen 18 en veranderde daardoor erg.
Door de begin van de 2de Wereld Oorlog en de dood van zijn zus kreeg hij een beeld van de wereld, dat het chaotisch is. Dit en zijn gevoel voor miskenning en achterstelling heeft waarschijnlijk invloed gehad op zijn schrijverschap.

Type;
Hermans is een type persoon die duidelijk zijn mening laat horen en weinig tegenspraak duld. Ook zou Hermans in Parijs in het geheim foto’s maken van meisjes, en zou dus een voyeur zijn geweest.

School;
Na zijn middelbare schoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium, ging hij naar de Geente Universiteit waar hij door aandringen van zijn vader eerst koos voor een studie sociale geografie. Maar in 1941 stapte hij over op fysische geografie.
In 1943 haalde hij zijn kanditaatsexamen, maar omdat hij weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen moest hij de opleiding staken.

Boeken;
Willem Frederik Hermans’s Nooit Meer Slapen wordt beschouwd als zijn beste werk, en De Donkere Kamer Van Damokles heeft nationale erkenning gekregen.
Kort na de oorlog bracht hij Horror Coeli en Moedwil en Misverstand uit dat voornamelijk ging over irrationale aspecten en de nachtzijde van het bestaan. Ook was Herman vervolgd door de katholieke kerk omdat de uitspraken van de hoofdpersoon in het boek Ik Heb Altijd Gelijk anti-katholiek zijn geweest, hij werd echter vrijgesproken daarvoor.
De roman Argelooze Terreur werd geschreven in 1994 en is door de dood van Hermans nooit afgemaakt, het werd later gepubliceerd als Madelon In De Mist van Schimmelrijk.
Zijn ervaring kwamen ook terug in zijn werken: de zelfmoord van zijn zus kwam in de romans Ik Heb Altijd Gelijk en in Herrinneringen van een Engelbewaarder terug. In De Donkere Kamer Van Damokles heeft de hoofdpersoon een relatie mijn zijn nicht, net zoals zijn zus een relatie had met haar neef.

Bronnen;
Wikipedia
www.willemfrederikhermans.nl

Ludwig’s motto;
In het naschrift van het boek lees je dit:
‘Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.
Men zou kunnen willen zeggen: “Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.”
-Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vindt, en ook als hij helemaal niet bestaat.’

Waarom dit nou toepasselijk is in het boek is omdat Henri Dorbeck zoek, een soort dubbelganger. Maar is Henri net zoals zijn moeder mentaal gestoord? Is Dorbeck echt, of illusie? Henri kan hem wel zoeken, maar zolang Henri hem zoekt, en niet heeft gevonden kan er niks lichamelijk met hem gedaan worden. Je kan ook zeggen dat ik het graf van mijn vorige leven aan het zoeken ben, ook als er geen vorig leven bestaat, ben ik nog steeds aan het zoeken. Maar als het vorige leven niet bestaan, kan ik het alleen zoeken, niet vinden en het opgraven.


Titel;
De titel van het boek is afgeleid van ‘Het zwaard van Damocles’ dat duidt op een dreiging. De dreiging is in dit verhaal niet van een zwaard, maar van een mislukte foto die de onschuld van Henri had moeten bewijzen. En ‘De Donkere Kamer…’ verwijst dus naar de kamer waar de foto’s worden ontwikkeld.


Polimiek op Claudia de Breij;
De lofrede van Claudia de Breij zorg voor een impressie van het boek dat niet klopt. Ten eerste worden de “rare verwoording” maar zelden gebruikt, en eigenlijk alleen maar in het begin van het boek. Uiteindelijk als het boek verder gaat en er meer bedrog en listen aan de orde komt lees je geen enkele rare verwoording meer, wat mij de impressie geeft dat Claudia de Breij alleen maar de eerste gedeelte van het boek heeft gelezen en daar een lofrede over heeft geschreven. Ook de opmerking “…om over zoiets alledaags te schrijven als een postkantoor…” van Claudia vind ik overdreven, vele schrijvers schrijven over alledaagse dingen om het boek meer te vullen en een sfeer te verduidelijken zodat je beter jezelf in het boek kan terug vinden. Om zoiets als iets speciaals van Herman toe te kennen is te veel. De opvatting dat niks lukt met Hermans personages is ook incorrect. Hoewel in het begin Henri flink wat fouten heeft gemaakt zal later in het verhaal hem steeds meer dingen lukken. De volgende keer zou Claudia wellicht meer moeten vertellen over de kleine hints in het boek die Hermans er express in heeft geplaats.

donderdag 1 november 2012

De Zelfmoordclub







1- De kaft is redelijk simpel, en zet je niet echt aan het denken. Ze hadden iets meer moeite moeten doen bij de kaft omdat de onderwerp van het boek erg gecompliceerd is.
Het boek gaat over een 3-tal mensen dat een club organiseert met suïcidale mensen uit Finland. En ik verwacht dat er veel interne conflicten zullen ontstaan. De einde van het verhaal heeft ook vele mogelijkheden.

De keuze van dit boek komt eigenlijk omdat er een periode was dat een paar mensen dicht bij me met zelfmoord gedachten rondlopen. Ze vertelde me er vaak over en ik het idee dat er maar 1 ding verkeerd kon gaan en het ergste kon gebeuren. Ik ook als bijstaander had last van interne conflicten. Alles is wel goed gekomen.

2- Arto Paasilinna is een finse schrijver van vooral humoristische boeken. Hij schrijft over het dagelijkse Finse leven en soms een satirische kijk. De perspectief van zijn boeken zijn meestal een modale man van middelbare leeftijd. Zijn vader Väinö Paasilinna was een politie agent die artikelen schreef. En zijn moeder was Hilda Maria Niva. Hij heeft 5 broers en 2 zussen waarvan Erno en Mauri schrijvers zijn en Reino lid is van het Europees Parlement.
Arto was een journalist voor verschillende bladen en is getrouwd met Terttu Annikki Paasilinna, en heeft 2 zoons uit het eerste huwelijk met Hilkka Onerva.

Als ik Arto een vraag mocht stellen zou ik vragen waarom hij een satirische kijk op het dagelijkse Finse leven. Mensen gebruiken meestal satire voor humor, maar het boek de zelfmoordclub geeft veel satire en weinig humor.
En heeft hij ooit willen schrijven van iemand die het dagelijkse leven reguleert zoals politica of iemand die de wet handhaaft? Hij schrijft over het dagelijkse leven, meestal wordt daar geklaagd over politica of politie.

3- Ik heb dit boek in een periode van 4 dagen gelezen. Tijdens het lezen kwamen weinig emoties in me op omdat de gevoelens van de characters niet al te veel werd behandeld, je weet wat ze hebben doorgemaakt maar dat is alles.  (...)